Wat je opknipt in stukjes moet je ook weer aan elkaar plakken

Het is een gouwe ouwe en toch heeft het managementboek De vijfde discipline anno nu nog steeds veel invloed op ons denken en doen. Het staat niet voor niets in de top 25 van meest invloedrijke managementboeken ooit geschreven (Time Magazine). Wat opvalt is dat door dit boek (en het model) het begrip “leren” plotseling weg bewoog uit het domein trainen en onderwijs en koers zette naar het hart van een goed presterende organisatie. Leren werd een kernbegrip in de bedrijfskunde en is tegenwoordig niet meer weg te denken in bijvoorbeeld strategie- innovatie- en verandermanagement. Peter Senge startte ook om leren (in de context van organisaties en anthologie was dit al langer gebruikelijk) te beschouwen als sociaal proces tussen mensen. En dus niet als cognitief proces van informatie verwerken (wat je alleen doet). Leren werd hiermee een manier om strategie te ontwikkelen en te realiseren. Leren kreeg een systemisch perspectief wat uitgaat van verbinding tussen mensen, afdelingen en teams. Een heel andere kijk dan leren als manier om kennis verkrijgen, een opleiding afronden of een toets te halen. Het model van Peter Senge onderbouwt dat leren in hart gaat om het organiseren van vijf principes:

Persoonlijk meesterschap: de kracht van mensen om proactief en continue te blijven leren om zo resultaten te realiseren die er persoonlijk toe doen.

Werken aan een gedeelde visie: alle medewerkers in de organisatie delen eenzelfde visie en geven hier constant betekenis aan in dialoog. Deze visie is hiermee authentiek en eigen en krijgt vorm vanuit intrinsieke motivatie (en word je dus niet opgelegd).

Mentale modellen betreft het bespreekbaar maken en onderzoeken van persoonlijke overtuigingen, gedachten en generalisaties die de organisatie al dan niet helpen. Deze mentale modellen beïnvloeden direct welke acties we nemen en vraagt om aandacht en ontwikkeling wil je als organisatie je lerend organiseren.

Team leren omvat twee belangrijke aspecten. Goed teamwerk leidt namelijk niet alleen tot uitzonderlijke resultaten die individuen alleen niet kunnen realiseren. De individuen leren in een team ook meer en sneller dan dat ze dat alleen doen. Teamwerk vormt daarom de basis van de lerende organisatie.

Systeem denken helpt om patronen in een organisatie zichtbaar te maken door de organisatie als één geheel te benaderen in van plaats op te delen in kleine ontelbare onderdelen. Zoals Senge zelf beschrijft: “Als je een olifant opdeelt in twee stukken heb je niet twee kleine olifanten.”

Spannend vind ik het verschil tussen de vertrekpunten van dit model tegenover hoe op dit moment leren en opleiden grotendeels wordt ingevuld. Peter Senge bracht leren in het hart van de organisatie. Een perspectief wat veel HR, HRD en professionele opleiders al jarenlang willen bereiken. Misschien lukt dat niet omdat ze onbewust het patroon in stand houden? Je voelt immers aan je klompen aan dat het model en gedachtegoed kritische kanttekeningen plaatst bij het trainen van vaardigheden als feedback geven, samenwerken of klantgericht denken. Peter Senge stelt dat het werken aan strategische leervragen dient plaats te vinden in het werk, met de mensen die er toe doen. Leren als manier om het werk vorm te geven en niet andersom.

Als opleiders en HR afdelingen willen meedenken en waarde willen toevoegen aan het primaire proces van een organisatie hoeven ze ‘alleen maar’ toe te passen wat Senge in 1990 al opschreef: stop met het opknippen van problemen en zie leren als collectief proces dat vorm krijgt in het werk van professionals en niet daarbuiten.

De link naar het artikel vind je hier

Tjip de Jong

Kijk ook eens naar

tjipcast